Afgelopen week was ik even weer 18 jaar. Dat kwam, onze dochter was jarig en werd 18. Onwillekeurig ga je dan zelf ook terug in de tijd.
Mijn dochter verheugde zich al een tijdje op deze dag. Haar rijbewijs had ze al maanden geleden gehaald en tot haar 18e moest ze met een begeleider (lees: mijn man of ik) op pad. Nu kon ze eindelijk alleen in de auto stappen en wegrijden.
Dat ultieme gevoel van vrijheid. Ik begrijp dat heel goed.
Op mijn 18e woonde en studeerde ik in Deventer. Daar was een eerste, niet erg succesvolle studiekeuze aan vooraf gegaan.
Die keuze had namelijk niet zoveel met de studie, maar alles met een stad te maken. Mijn studiekeuze moest aan één belangrijke voorwaarde voldoen. De opleiding moest in Groningen zijn. Dat leek me gewoon de leukste stad om te gaan studeren (plus de rest).
Ik was op zoek naar vrijheid door in Groningen op kamers te gaan.
Mijn keuze viel op HBO-Jeugdwelzijnswerk. Die opleiding zat in Haren. Dat was natuurlijk net geen Groningen. Bovendien zou ik op kamers, maar mijn vader overleed niet lang daarvoor plotseling en ik was als jongste de enige die nog thuis woonde. Dus bleef ik thuis wonen, ik kon mijn moeder toch niet alleen laten zitten.
Het universum werkte niet mee, zal ik maar zeggen.
De HBO-J opleiding werd geen succes. Ik was als jong provinciaaltje van net 17 niet klaar voor in mijn ogen ingewikkelde lessen drama of eindeloze reflectie op van alles en nog wat.
De stage op woensdagavonden in een buurthuis in Assen met pubers die van alles wilden maar zeker niet de activiteiten die ik had bedacht, waren het laatste zetje om voortijdig te stoppen. Ik vond er niks aan.
Nu doe ik een opdracht als interim-directeur van een organisatie die zich beweegt in de wereld van de jeugdzorg. Grappig hoe het kan gaan.
Ik kijk naar mijn dochter die net is gestart met de PABO. Ze heeft het naar haar zin. Wil over niet al te lange tijd op kamers. Ik geniet van de wereld die aan haar voeten ligt. Ook al weet ik nu al dat haar wereld van nu er over zoveel jaar heel anders uit zal zien.
Er is zoveel dat anders uitpakt dan je ooit had gedacht. Ik weet inmiddels dat de veerkracht van mensen enorm groot is. Je doet je best en je doet wat je kunt. Je maakt keuzes, maar ze blijken anders uit te pakken.
Momenten waarop je de benen er weer onder zet en doorgaat.
Ik had niet bedacht dat Haren geen Groningen was. Ik wist niet dat mijn vader er niet meer zou zijn. Ik wist niet dat jeugdwerk not my cup of tea was. Maar ik had veerkracht. Iets wat ieder mens heeft.
Bij de één uit het zich via doorzettingsvermogen. Bij de ander in creativiteit. Er is iets in je karakter wat er altijd is en waar je altijd een beroep op kunt doen.
Wat laat jou nooit in de steek?
Hartelijke groet,
Gerry de Valk