Afgelopen weekend was het ineens mis.
We hadden overnacht in een hotel in Deventer en ’s ochtends werd ik niet fit wakker.
Tijdens de autorit naar huis lag ik op de achterbank als een bruinvis die was aangespoeld op het strand van Ameland. Er zat weinig leven meer in.
Eindelijk thuis (want zo’n rit voelt alsof je meedoet aan de Dakar Rally) wilde ik uit de auto stappen maar dat ging bepaald niet soepel. Ik slingerde op mijn benen en de hele wereld draaide rond.
Vreemd. Ik leek wel dronken.
Ik kroop in bed, sliep urenlang maar toen ik wakker werd voelde ik me nog steeds dronken. Het plafond van de slaapkamer had ik nog nooit zo snel zien draaien.
Het bleek iets met gruis, het evenwichtsorgaan en positieduizeligheid wat mijn dronken gevoel verklaarde.
Sommige medewerkers voelen zich ook net zo na hun eerste werkweek op een nieuwe werkplek.
In de vacature en op de website had je toch echt gelezen hoe geweldig de organisatie was. Dat je heel veel mogelijkheden had om te groeien en te ontwikkelen. Dat er zo’n leuke werksfeer was.
Maar nu, na die eerste week, voelt het heel anders. Alsof je dronken bent.
Het team was helemaal niet leuk. Collega’s die over elkaar kletsen. Pesterijen. Het voelt toxisch.
Mijn duizeligheid duurde een week. Met een simpele oefening (google maar eens op de Epley methode) kwam ik weer met beide benen op de grond te staan.
Sta als werkgever in je arbeidsmarktcommunicatie ook met beide benen op de grond.
Beloof geen dingen die je niet waar kunt maken. Wees eerlijk. Dit mag je van ons verwachten, hier werken we nog aan want dat willen we graag beter doen.
Kandidaten willen geen mierzoete verkooppraatjes maar eerlijke verhalen. Doe je dit niet, dan kun je wel bezig blijven met het werven van nieuwe medewerkers.
De oplossing is net zo simpel als de Epley-methode. Namelijk: buiten winnen is binnen beginnen.