Pubers die werken. Je kunt er veel van leren

Geschreven door: Gerry de Valk
Gepubliceerd op: 15 nov 2018

Misschien wist je dit al, maar we wonen onder één dak met 4 pubers/ jongvolwassenen. Ze hebben alle 4 een baan (erbij) en ik geniet van hun verhalen over het leed dat werk heet. En nog mooier: ik leer veel van ze.

Les 1. Werken voor de Toekan leert je lessen voor het leven

Onze oudste werkt al jaren in de bediening bij het grote toekanimperium. Begon bij het luik als luikloper zoals dat heet. Hij mocht de borden wegbrengen en weer afhalen. Na een tijdje maakte hij promotie en kreeg een wijk. Dan mag je ook afrekenen. En dat betekent weer dat je naast je salaris ook de fooien krijgt. Dan wordt het interessant natuurlijk.

Hij is gevormd door zijn werk bij Van der Valk. Hij begon als slungelige en onhandige puber maar heeft inmiddels geleerd wat verantwoordelijkheid, oplettendheid en samenwerken betekent. Midden in de nacht thuiskomen omdat hij sluit heeft gehad. Omgaan met die veeleisende gasten van tafel 6, je geduld bewaren, gedoe met de keuken, werken met Kerst en Oud & Nieuw, vroeg uit je bed op zondag.

Hij heeft het allemaal meegemaakt en inmiddels is die puber van toen bijna volwassen. Toen hij onlangs met zijn eigen verdiende auto spontaan bij oma langs ging (die 100 km verderop woont) dacht ik: “ik zeg, niks meer aan doen. Hij is af”.

Les 2. Met een doel voor ogen wordt werken veel gemakkelijker

Onze tweede is een jaar voor studie in Amerika geweest. Toen hij terugkwam, moest hij op zoek naar werk. Want een vervolgstudie in Nederland was voorlopig op de langere baan geschoven.

Alleen, als je werken en gamen naast elkaar zet is gamen is leuker. Vindt hij. Dus de zoektocht naar een betaalde baan ging met horten en stoten. Als ouder ben je snel klaar met gamende pubers in je huis. Als puber ben je snel klaar met zeurende ouders.
We zijn samen op zoek gegaan naar redenen om te willen werken. Het bleek al snel dat geld verdienen wel een hele belangrijke was. Want in december komt er een zeer gewenste game op de markt (die veel geld kost) en hij wil graag binnenkort naar China en Japan om studievrienden uit Amerika te ontmoeten.

Dat gaf motivatie. Zeker toen hij na een week werken in de 3 ploegendienst zijn eerste salaris van het uitzendbureau op zijn rekening zag staan. De wereld lag opeens aan zijn voeten. De tickets naar China en Japan zijn geboekt, in december zwaaien we hem opnieuw uit.

Les 3. Doe werk waar je blij van wordt 

Tussenjaren zijn in de mode. Dat merken wij thuis aan den lijve. Dus toen onze dochter vertelde dat ze na haar HAVO-examen een tussenjaar zou nemen, waren we niet verrast. Onze dochter is het niet het type dat groots droomt, een jaar in het buitenland is aan haar niet besteed.

Ze wilde tijdens haar tussenjaar werken, haar rijbewijs halen en voorbereiden op haar vervolgopleiding. Ze wil juf worden.

Werk heeft ze gevonden in de plaatselijke supermarkt. Ze begon in de slagerij. Als flexitariër is dat ingewikkeld. Blij werd ze er niet van. Over naar de bakkerij. Dat was beter, alleen veel contact met klanten had ze niet. Dat brood ligt allemaal voor het pakken, bij de bakkerij moet je vooral afbakken en opruimen. Helemaal blij werd ze er niet van. De volgende stap werd de kassa en servicebalie. Daar werd ze wél blij van.

Hoewel, vroeg uit bed en de discipline van bijna iedere dag naar je werk moeten haar duidelijk hebben gemaakt dat volgend jaar studeren toch echt veel interessanter is.

Les 4. Vis fileren is lauw 

Onze jongste combineert VWO met de toekan. Dat is super interessant (want werken met je oudste broer), super ingewikkeld (want je moet wel leren plannen) en super irritant (want op zondag ontbijtdienst betekent ook op de 7e dag vroeg uit bed).

Onze jongste is de verhalenverteller. Dus horen we over gasten waar hij mentaal van wordt, dat vis fileren lauw is en dat er dagen zijn dat hij een dikke 20.000 stappen op zijn teller heeft staan.

Naast alle dingen die je leert door te werken bij de toekan, leert onze jongste ook dat regeren vooruit zien is. Als je er op het laatste moment achter komt dat je moet werken terwijl het toetsweek is, is dat op z’n minst onhandig. Scenario’s als ziek melden kwamen voorbij maar kwamen niet door de ouderlijke ballotage. Hulp bij het maken van een planning gaf lucht.

Zo vormen we met z’n zessen een werkend gezin. Ieder heeft een eigen werkschema dus soms eten we met z’n zessen en soms zit je maar zo alleen te eten. Feestdagen zijn niet meer gegarandeerd met het hele gezin en de avonden bestaan vaak uit een parade van thuiskomende kinderen die hebben gewerkt.

Als ouders luisteren we naar de belevenissen, geven we zo nu en dan advies maar genieten we vooral van alles wat die gasten ons leren.

Hartelijke groet,

Gerry de Valk